Klein Koolwitje

Klein Koolwitje / Pieris rapae

Het Klein Koolwitje of Knollenwitje (Pieris rapae) is een dagvlinder uit de familie witjes (Pieridae).

Klein Koolwitje - Pieris rapae Portugal
Klein Koolwitje – Pieris rapae

Het Klein Koolwitje komt in grote delen van Europa voor, maar ook in Noord-Afrika, Azië en Japan en is een exoot in Noord-Amerika en Australië. De vlinder vliegt van zeeniveau tot 3000 meter in berggebied. Het stelt geen specifieke eisen aan zijn omgeving en kan daarom overal worden aangetroffen waar de waardplanten groeien.

Onder de waardplanten van het Klein Koolwitje bevinden zich verscheiden koolsoorten, vandaar ook de naam. Door kwekers van koolsoorten wordt de rups algemeen als een plaagdier gezien. Meer specifiek zijn de waardplanten: De kruisbloemenfamilie (Brassicaceae), de resedafamilie (Resedaceae), de kappertjesplant (Capparis spinosa), de Oostindische kers en andere (Tropaeolaceae) en enkele soorten uit de amarantenfamilie (Chenopodiaceae) zoals vooral meldes (Atriplex).

De vlinder legt één tot hooguit drie eieren per plant op de onder- of bovenkant van het blad, mede hierdoor leven de rupsen vaak solitair. Er zijn 3 tot 4 generaties per jaar. De eerste generatie vliegt tot eind juni. De tweede en de derde generatie overlappen elkaar en vliegen van eind juni tot eind september. Soms is er ook nog een vierde generatie.

De vlinder overwintert als pop, vaak relatief laag bij de grond (1-3 meter) en regelmatig aan niet-natuurlijke voorwerpen (muren, hekwerk, tuinmeubels etc.). De vliegtijd is van maart tot en met oktober, maar de vlinder wordt op de Canarische Eilanden het hele jaar door waargenomen.

De rups zit vaak langs een nerf of bladrand van kruisbloemigen, maar vanaf het derde stadium leeft deze meestal in het hart van de koolplant.

De rups wordt geparasiteerd door een Europese sluipwesp uit het Apantheles-geslacht. Daarnaast zetten sommige sluipvliegen hun eitjes op de poppen af en eten lieveheersbeestjes en de gewone hooiwagen de rupsen op. Ook sommige wantsen en een virus zijn natuurlijke vijanden van de rups.
Herkennen

De vleugel heeft een lengte van 21 tot 27 millimeter en is gesierd met enkele zwarte vlekken. Op de aderen zit een groene bestuiving. Zowel de vrouwtjes als de mannetjes hebben een donkere tip aan de bovenkant van de voorvleugel. Bij het mannetje zit daaronder nog één stip en bij het vrouwtje nog twee stippen. Bij de tweede en volgende generaties zijn de stippen iets donkerder van kleur.

De tamelijk grote rups heeft een heldergroene tot donker blauwgroene kleur met een fluwelige beharing en lijkt sterk op de rups van andere Pieris-soorten, maar niet op die van het groot koolwitje en van het Canarisch koolwitje (Pieris cheiranthi).

Vlinders en Rupsen kijken tijdens uw vakantie op Monte Horizonte in de Alentejo regio van Portugal. Natuurvakantie midden in de natuur van Zuid Europa. Ideaal voor het fotograferen van Vlinders en Rupsen en natuurfotografie in het algemeen.